Al dertien jaar trekken we – Rob van der Pas, Jean Paul van Seccelen (JP) en Jan Rietberg – samen het ruime sop in. Wat begon met een Dufour 30 en een oversteek naar Engeland is inmiddels uitgegroeid tot een jaarlijkse traditie vol avontuur, kameraadschap en onvoorspelbaarheid. Die eerste keer, met een pint bij de legendarische “Bud & Oyster” in de hand, proefden we de smaak van vrijheid. Dat euforische gevoel van een geslaagde overtocht is iets dat je niet vergeet.
In de jaren daarna groeide niet alleen onze ervaring, maar ook de schepen. JP’s Hanse 34 bracht ons naar Helgoland en Cowes. Vanaf jaar tien werd de Hanse 370 onze vaste metgezel – comfortabel, snel en vooral: drie eigen hutten. Perfect voor drie mannen die hun slaap en privacy waarderen.
Onze formule bleef eenvoudig: op de heenweg een bezeild rak, dag en nacht, zo ver mogelijk, en op de terugweg lekker havenhoppen. We verkenden al prachtige bestemmingen als de Kanaaleilanden, Saint-Malo en Denemarken via het Kielerkanaal – allemaal binnen de twee weken die we jaarlijks van het thuisfront lospeuteren.
Maar plannen zijn bij ons slechts richtlijnen. Iedere reis kent zijn aanpassingen – soms zelfs al na vertrek. Zo ook dit jaar.
Een Nieuw Plan op Zee Geboren
Oorspronkelijk wilden we naar de Isles of Scilly. Maar met een stevige westenwind over het Kanaal leek dat geen strak plan. In een typisch staaltje zeemanslogica besloten we koers te zetten naar Thyborøn, in het uiterste noorden van Denemarken.
We namen afscheid van onze vrouwen en bunkerden bij Bart (bunkerstation Hellemonds), klaar voor een non-stop oversteek via het Slijkgat. Maar zodra we de haven uitvoeren, sloeg de realiteit toe: windkracht zes pal op de kop, laagwater, mogelijk ondiep water en een stevige zeegang na sluis van Stellendam – geen goed idee. Dus draaiden we om en kozen voor een alternatieve route via de Dordtse Kil en de Nieuwe Waterweg.
Na korte stops in Scheveningen en Den Helder – vanwege windstiltes – maakten we een lange ruk van 280 mijl naar Thyborøn. Onderweg werden we onaangenaam verrast door een windmolenpark in aanbouw, waar we – zonder duidelijke aanwijzing – van onze route werden verjaagd. Let dus op je kaarten en check regelmatig op updates!
Van Denemarken naar Noorwegen
Thyborøn bleek een prachtig uitgangspunt. Oorspronkelijk wilden we de Deense binnenmeren verkennen, maar een snelle blik op de weerberichten voor verschillende regio’s bracht ons op een beter idee: Noorwegen!
De oversteek over het Skagerrak naar Mandal is in principe een dagtrip. Toch vertrokken we halsoverkop, gewoon omdat het kon, halverwege de middag en kwamen om vier uur ’s ochtends aan in Noorwegen – onder het licht van de sectorlichten, die het navigeren verrassend eenvoudig maakten.
Ankeren in het Avonduur
In Mandal haalden we advies bij de havenmeester en locals. We wilden richting het westen, maar iedereen raadde dat af vanwege het beruchte slechte weer daar. Dus trokken we oostwaarts. Zonder vast plan voeren we een willekeurige fjord in en vonden een droom van een ankerplek. Met een lijn vastgemaakt aan een boom op de wal lagen we veilig, zodat we ’s nachts niet konden draaien en schade oplopen aan het roer.
De terugtocht werd eerder ingezet dan gepland. Met voorspellingen van windkracht 7 à 8 over het Skagerrak wilden we het slechte weer voor zijn. Wat we kregen, was een spectaculaire westenwind kracht 6 tot 7 en een deining van vier meter. We raasden terug naar huis – 310 mijl in 50 uur, van Kristiansand naar Vlieland. We voelden ons onoverwinnelijk.
Totdat het misging.
Paniek op Vlieland
Na aankomst op Vlieland besloten we fietsen te huren en richting het Posthuys te trappen, helemaal aan de westkant van het eiland. Onderweg kreeg Rob plots een insect in zijn keel – en niet zomaar een: het beest stak. In paniek, happend naar adem en hoestend, kwamen we tien minuten later aan bij het Posthuys. De situatie werd snel slechter. We belden 112 en voor we het wisten, werd Rob per ambulance én helikopter afgevoerd.
Een dag op de intensive care en een extra dag ter observatie later mocht hij het ziekenhuis verlaten. De medicatie had hem echter zo uitgeput dat hij besloten had om niet meer terug te keren aan boord.
JP en ik, opgelucht dat Rob het had overleefd, zetten koers naar Willemstad – met gemengde gevoelens, maar vooral dankbaarheid.
De Moraal van het Verhaal
Het werd opnieuw een waanzinnige reis – vol onverwachte wendingen, ruige zeeën, prachtige fjorden en een herinnering die voor altijd blijft hangen. Noorwegen? Absoluut een aanrader. Ga in juli of augustus, check je weerberichten nauwkeurig en gebruik tools zoals passageweather.com – en maak screenshots, want internet op zee is schaars. Natuurlijk is het beter om ook een Navtex aan boord te hebben, maar die hebben we (nog) niet.
Voor ons zijn deze trips veel meer dan vakantie. Het is avontuur, vriendschap en het ultieme gevoel van vrijheid. En wie weet waar we volgend jaar eindigen…
